De route van 27 juli: Chester - Cut Bank, 108 km
Bij de voorbereiding van onze tocht hebben we ons uitgebreid geïnformeerd over de wegen, het weer en de bewoning. We raakten vooral op onze hoede voor de Northern Great Plains, we kregen de indruk dat we daar te maken zouden krijgen met grote hitte, tegenwind, watertekort, weinig mogelijkheden om voedsel te kopen en onafzienbare onbewoonde vlaktes. Nu, aangekomen in het plaatsje Cut Banks zien we voor het eerst het silhouet van de Rockey Mountains

en daarmee hebben we na ongeveer 1600 kilometer het einde van de Northern Great Plains bereikt. Het is tijd voor een evaluatie van onze ervaringen.
Zoals we gisteren al schreven, vormen de Great Plains een redelijk afwisselend landschap, dat ons dat afgelopen weken niet heeft verveeld.

De wind is ons erg meegevallen: we hebben ongeveer evenveel wind-mee als wind-tegen gehad, zij het dat de tegenwind naar ons gevoel altijd net een beetje harder was … Van de prevailing westwind, waarover de Amerikanen steeds spreken, hebben we weinig gemerkt. Wat ook afweek van ons verwachtingspatroon, was de temperatuur – we zijn verdeeld in onze meningen hieromtrent. We hadden grote hitte verwacht, maar uiteindelijk hadden we slechts sporadisch temperaturen boven de 35 graden – vooral Robert zag dat als een meevaller.
Na onze aankomst in de VS hebben we waterzakken gekocht om voldoende water te kunnen meenemen voor de lange trajecten zonder voorzieningen. Die zijn, bij wijze van spreken, niet onze fietstas uitgeweest. In ieder geval waren onze bidons op de fiets ruimschoots toereikend. Altijd kwamen we na 30 tot 50 kilometer wel bij een plaats waar voedsel en water beschikbaar waren. We hadden verwacht, en eigenlijk ook wel gehoopt, dat we door een desolater landschap zouden rijden, maar steeds was er wel een boerderij, elevator of dorpje in zicht.

In deze weblog hebben we geprobeerd ons enthousiasme over de VS over te brengen: een prachtig land met gastvrije en aardige mensen. Er zijn echter twee dingen die ons zijn tegengevallen: de muggen en de US2. Niemand had ons van tevoren gewaarschuwd voor de omvang van de muggenplaag. Vrijwel vanaf het begin van onze tocht hadden we daar last van, maar dat nam bepaald niet af op de Great Plains. Het plaatsje Saco, zo leerden we hier, staat zelfs bekend als de muggenhoofdstad van de VS – voor insiders: kaartje 40 van de ACA-Northern Tier.

Overigens had Han daar veel minder last van dan Hans en Robert. De US2, onze belangrijkste weg over de Plains bleek veel en veel drukker dan we hadden verwacht, zowel in Noord-Dakota als in Montana. Toch was dit niet heel overheersend, want dit nadeel werd ruimschoots gecompenseerd door de alomtegenwoordige treinen van de Burlington-Northern-Santa Fe railroad.

Tenslotte bleken de plains soms verre van plat.