zaterdag 31 juli 2010

Back to Burlington Railroad

De route van 31 juli: Avalange Creek, MT - Whitefish, MT,  84 km

Het weer zag er heel goed uit toen we vertrokken, maar al snel kwamen we terecht in een pittige bui, gelukkig was dat maar van korte duur en al snel reden we weer in de stralende zon.


Onze tocht voerde vandaag grotendeels over kleine wegen. In veel gevallen heeft onze routebeschrijving de neiging om de doorgaande verharde wegen te volgen, hier vaak met veel vracht- en vakantieverkeer. Bij de lunch spraken we echter met een inwoner van Columbia Falls, die ons een prachtige parallel-weg suggereerde: we genoten.

Zo kwamen we terecht in het plaatsje met de fraaie naam ‘Whitefish’, één van de meer mondaine plaatsen die we tot nu toe bezochten: veel café’s, restaurants en een prachtig station.
Na enig zoeken vonden we een plaatsje voor onze tent op een camping die bijna onder de bekende spoorweg van de Burlington Railroad was gelegen. Natuurlijk hoorden we de treinen met veel geraas voorbijdenderen, maar nu voelden we zelfs de grond trillen; gelukkig gebruiken ze hun hoorn niet.

Ondertussen zijn we nu 62 dagen onderweg, en we schieten zo goed op dat we ruim voorliggen op ons schema. Daarom hebben we besloten een andere activiteit te gaan ondernemen. Morgen meer daarover.. .

vrijdag 30 juli 2010

Going to the sun

De route van 30 juli: St Mary, MT - Avalange Creek, MT, 58 km

Met het bereiken van St.-Mary kwamen we in een andere wereld terecht. Tot nu toe waren we grotendeels buiten de toeristische gebieden gebleven, maar nu veranderde dat. Dat was al merkbaar op de camping: voor het eerst waren er veel tenten. Nog een aardig verhaal van een Vlaamse (!) mede kampeerder. Hij was op zoek naar zijn astma-inhaler, maar verwisselde die met zijn bear-repellent, een soort supersterke pepperspray. Een ambulance moest eraan te pas komen om de schade te herstellen.

Vandaag reden we naar ons hoogste punt, de Logan-pass, 2025 meter (6646 ft)

over de ‘Going to the sun highway’. De naam is afkomstig van de indiaanse mythologie, over een halfgoddelijke redder van de Blackfeet—indianen, die de Blackfeet weer verliet door langs deze weg naar de zon te gaan. Het was een mooie tocht, een redelijke stijging en de klim viel erg mee,

vooral ook omdat we de afgelopen weken al heel geleidelijk hoogte hebben gewonnen. We begonnen bepaald niet op zeeniveau, maar op ongeveer 1300 meter hoogte. Nadeel was wel dat dit dè grote toeristische weg door het park was. Op de weg omhoog hadden we daarvan nog weinig last, maar bij het bezoekerscentrum op de pas zelf en op weg naar beneden was het wel heel erg druk. Een tweede nadeel was dat de weg voor een flink deel werd gereconstrueerd: opstoppingen en slecht wegdek waren het gevolg. Maar goed, we hebben wel erg genoten van het landschap, de sneeuw en de bloemen en planten

We kwamen redelijk vroeg aan in het dal, waar we onze tenten opsloegen op één van die kleine, eenvoudige kampeerplaatsen, gerund door de organisatie van het Park. We hadden tijd genoeg voor een prachtige wandeling naar een bergmeertje, het zogeheten Avalanche-lake.

Terug op de camping maakten we kennis met twee jongens die net hun eindexamen hadden gedaan. We voerden een interessant gesprek met hen over het Amerikaanse schoolsysteem. Boven een kampvuur roosterden we marshmellows.

Over eten gesproken: vandaag hebben we een deel van ons noodrantsoen opgegeten. Van pakjes cup-a-soup en gedroogde groente maakten we een heerlijke driegangenmaaltijd. We hadden er zelfs wijn bij, meegenomen in kartonnen pakjes.

donderdag 29 juli 2010

The Spirit of the Winds

De route van 29 juli: Gardston, AL - St Mary, MT 111 km

Dat gaat het om, vandaag! Het (ge)voelen van de winden in de Rockies Mountains. We waren nog maar net op pad en het begon al te regenen maar het zette niet door in tegenstelling tot de wind die steeds harder begon te waaien, tegenwind wel te verstaan. Tegenwind en hellingen omhoog dat is vragen om “moeilijkheden” want het schoot nog geen meter op terwijl we voor vandaag 110 kilometer hadden gepland (er was ook geen camping dichterbij). Het (ge)voelen van deze wind (ZW) bestond uit veel Afzien.




We hebben een grote lus gefietst van Canada naar de V.S., respectievelijk van Waterton National Park naar Glacier National Park.


Voor de grens gingen we naar het oosten toe en daarna naar het zuid-oosten, wel met twee lange hellingen omhoog, maar het grootse uitzicht op de bergen maakte het meer dan goed.

Het (ge)voelen van deze wind bestond uit Gelukzaligheid.
We fietsten van verschillende kanten rond een markante berg, geheten Chief Mountain.

Deze hield ons als het ware de hele tijd in de gaten. De dominante berg maakte dat we ons heel klein voelden: het (ge)voelen van Nederigheid maar ook van Vrijheid.

Na de pas gingen we weer dalen afgewisseld met een paar hellingen. Dankzij The Spirit of the Winds hebben we vandaag ons doel bereikt, niets meer of minder. Het was een fantastische dag.

woensdag 28 juli 2010

Cow girl

De route van 27 juni, Cut Bank, MT - Cardston, AL; 119 km

Vandaag reden we voor het eerst sinds vele dagen weer eens over een andere weg dan de US2 en dat beviel ons zeer goed. De route ging over een zeer weg richting de Canadese grens. Het vervolg van onze route gaat namelijk een klein stukje door Canada, zodat we ook het Canadese deel van Glacier National park kunnen meepikken. Wat ons in de VS niet is gelukt, het ontmoeten van een echte cow boy, lukte ons in Canada wel. Weliswaar was het geen cow boy, maar een cow girl! Han heeft nog een poging gewaagd om zijn fiets tegen het paard te ruilen, maar dat was onbespreekbaar. Tijdens de tocht van vandaag tekenden de Rockies zich steeds duidelijker af aan de horizon, maar het traject was nog steeds voornamelijk vlak.
Uiteindelijk kwamen we in de plaats Cardston in de Canadese provincie Alberta terecht, waar op een prettige camping hebben overnacht. Helaas was het in deze plaats niet mogelijk om een biertje te drinken; Cardston betreft namelijk een volledig drooggelegde plaatst.

dinsdag 27 juli 2010

Good bye Plains, hello Rockies

De route van 27 juli: Chester - Cut Bank, 108 km

Bij de voorbereiding van onze tocht hebben we ons uitgebreid geïnformeerd over de wegen, het weer en de bewoning. We raakten vooral op onze hoede voor de Northern Great Plains, we kregen de indruk dat we daar te maken zouden krijgen met grote hitte, tegenwind, watertekort, weinig mogelijkheden om voedsel te kopen en onafzienbare onbewoonde vlaktes. Nu, aangekomen in het plaatsje Cut Banks zien we voor het eerst het silhouet van de Rockey Mountains

en daarmee hebben we na ongeveer 1600 kilometer het einde van de Northern Great Plains bereikt. Het is tijd voor een evaluatie van onze ervaringen.
Zoals we gisteren al schreven, vormen de Great Plains een redelijk afwisselend landschap, dat ons dat afgelopen weken niet heeft verveeld.

De wind is ons erg meegevallen: we hebben ongeveer evenveel wind-mee als wind-tegen gehad, zij het dat de tegenwind naar ons gevoel altijd net een beetje harder was … Van de prevailing westwind, waarover de Amerikanen steeds spreken, hebben we weinig gemerkt. Wat ook afweek van ons verwachtingspatroon, was de temperatuur – we zijn verdeeld in onze meningen hieromtrent. We hadden grote hitte verwacht, maar uiteindelijk hadden we slechts sporadisch temperaturen boven de 35 graden – vooral Robert zag dat als een meevaller.
Na onze aankomst in de VS hebben we waterzakken gekocht om voldoende water te kunnen meenemen voor de lange trajecten zonder voorzieningen. Die zijn, bij wijze van spreken, niet onze fietstas uitgeweest. In ieder geval waren onze bidons op de fiets ruimschoots toereikend. Altijd kwamen we na 30 tot 50 kilometer wel bij een plaats waar voedsel en water beschikbaar waren. We hadden verwacht, en eigenlijk ook wel gehoopt, dat we door een desolater landschap zouden rijden, maar steeds was er wel een boerderij, elevator of dorpje in zicht.

In deze weblog hebben we geprobeerd ons enthousiasme over de VS over te brengen: een prachtig land met gastvrije en aardige mensen. Er zijn echter twee dingen die ons zijn tegengevallen: de muggen en de US2. Niemand had ons van tevoren gewaarschuwd voor de omvang van de muggenplaag. Vrijwel vanaf het begin van onze tocht hadden we daar last van, maar dat nam bepaald niet af op de Great Plains. Het plaatsje Saco, zo leerden we hier, staat zelfs bekend als de muggenhoofdstad van de VS – voor insiders: kaartje 40 van de ACA-Northern Tier.

Overigens had Han daar veel minder last van dan Hans en Robert. De US2, onze belangrijkste weg over de Plains bleek veel en veel drukker dan we hadden verwacht, zowel in Noord-Dakota als in Montana. Toch was dit niet heel overheersend, want dit nadeel werd ruimschoots gecompenseerd door de alomtegenwoordige treinen van de Burlington-Northern-Santa Fe railroad.


Tenslotte bleken de plains soms verre van plat.

maandag 26 juli 2010

Burlington Northern Santa Fe Railroad

De route van 26 juli: Havre - Chester, 103 km

We sliepen vannacht slecht. Bij nader inzien bleek onze kampeerplek te grenzen aan het rangeerterrein van de Burlington spoorlijn, en vrijwel de hele nacht werden we gestoord door een continu lawaai. Desondanks gingen we vol goede moed weer op weg.
We schreven al eerder, dat iedereen ons waarschuwde voor de monotonie van Montana: eindeloze graanvelden, waar we ons wekenlang, moeizaam ploeterend tegen de wind, doorheen moesten worstelen. Tot nu toe viel dat allemaal erg mee: we reden door een grote vlakte, dat wel, maar de prairie was mooi en op een bepaalde manier ook afwisselend.


Vandaag kwamen we voor het eerst terecht tussen de onafzienbare graanvelden. De monotonie werd echter gebroken door de grote Burlington spoorlijn (de Burlington Northern Santa Fe spoorlijn), die we al tien dagen volgen – zie de weblog van 16 juli. Het spoor loopt al bijna 800 kilometer vrijwel pal langs de US 2, de grote weg die op dit moment de leidraad vormt voor onze tocht. De lijn wordt dagelijks gebruikt door enkele passagierstreinen en vooral door een groot aantal goederentreinen, die zich als een trage rups langzaam voortzwoegen in oostelijke of westelijke richting.


Van een afstand ziet hun voortgang er veel poëtischer uit, en lijken zij over de prairie voort te schrijden. De treinen zijn heel lang: vaak meer dan honderd wagons, meer dan twee kilometer! Het leukste is misschien nog wel dat de machinisten voor ieder dorpje hun hoorn laten weerklinken, een diep, sonoor geluid dat over lange afstand draagt. In veel gevallen groeten zij ook met enkele luide stoten op de hoorn, natuurlijk zwaaien wij dan terug.
Maar terug naar het landschap van Montana. Nu hebben we eindelijk begrepen wat mensen bedoelden met de monotonie van het land. Maar ja die monotonie is dan wel van korte duur, want ten zuiden en ten noorden van ons verschijnen blauw-grijs tegen de horizon al flinke bergen, voorposten van de Rocky Mountains, die in het ene geval de Little Rockey Mountains heten, in het andere geval de Sweet Grass Hills.

Over enkele dagen verwachten we door de echte Rockeys te rijden. Dan valt die monotonie ook nogal mee. De Sweet Grass Hills spelen trouwens een belangrijke rol in de mythologie van de Blackfeet-indianen. Volgens hun legenden zou de god Napi, bij de schepping van de Rockies wat materiaal hebben overgehouden. Daarvan maakte hij vervolgens de Sweet Grass Hills. Bij nader inzien beviel zijn creatie Napi zo goed dat hij daar veel tijd doorbracht. Voor de Blackfeet kregen de Hills een heilige status, en zij werden gebruikt bij de initiatieritten van jonge strijders.
Gisteren kochten we in Havre nieuwe binnenbanden. Dat leek ons goed omdat we steeds problemen hadden met het plakken van onze banden. Vandaag kwam dat al gelijk goed uit, omdat Han opnieuw een lekke band had; zonder moeite konden wij een nieuwe band gebruiken.

zondag 25 juli 2010

Underground

De route van 25 juli: Chinook - Havre, 36 km

We hebben besloten vandaag maar 35 kilometer te gaan rijden omdat wij naar het museum wilden gaan in het volgende plaatsje Havre en omdat wij onze kleren wilden gaan wassen. Doordat het eerstvolgende plaatsje te ver weg was, in aanmerking genomen, dat we de dingen zouden doen die we afgesproken hebben, zouden we in Havre verblijven.. Opnieuw genoten we weer van het fraaie landschap van Montana dat bestaat uit prairies, zoals we dat ook in films kunnen zien, bijvoorbeeld van Bud Cassidy & Sundance Kid en films van Clint Eastwood of van Bonanza…… En, hier komen wij aan, op onze stalen rossen, op naar het Wilde Westen, zwaaiend met onze fietspompen ...
 



Onderweg kwamen we twee Amerikanen uit Arizona tegen,


het draaide weer uit op een gesprek, eerst over de route, daarna werd door ons vlug overgegaan op een aantal vragen waar wij mee worstelen, zoals het vraagstuk van de natives. Want een van deze twee Amerikanen heeft gewerkt met indianen. Hij reageerde hierop op twee manieren; als eerste vond hij dat de natives ook aardig kunnen zijn en contact willen leggen. Aan de andere kant zag hij ook dat de natives het toch nog niet verwerkt hebben. Hij doelde hiermee op het laatste “gevecht” tussen de natives en de foreign born Amerikanen in het plaatsje Wounded Knee in de jaren ’70 waarbij een aantal natives om het leven kwamen (Wounded Knee ligt op de grens van Noord - en Zuid Dakato). Dit voorval werd door de indianen aangegrepen om de sterke scheiding tussen deze twee culturen in stand te houden. Wij hebben dit vraagstuk ook al voorgelegd aan andere Amerikanen. Zij zeiden dat de overheid de natives standaard een uitkering verschaft en daarmee voor hen de uitdaging wegneemt om zich verder te ontwikkelen– educatie – en om deel te nemen aan het arbeidsproces.
Onze opmerking die hier uit voort kwam, dat de bodems van deze indianenreservaten onvruchtbaar zijn, terwijl de farmers de betere gronden innemen – zie blog. Bovendien werd het gebied van de natives ongeveer 100 jaar geleden aanzienlijk werd ingekrompen om het vrijgekomen terrein te geven aan de nieuwe foreign born farmers uit Europa. Ook zij hadden het niet gemakkelijk: in veel gevallen slaagde maar 20% erin een bestaansrecht op te bouwen, de anderen zochten een andere verblijfplaats.
Het is een opmerkelijk museum in Havre. Het bestaat uit een ondergronds stelsel van gangen en kamers. Het ontstond rond 1900 na een grote stadsbrand, toen een brand in een winkel zich erg snel verspreidde over de rest van de winkels in de kern van Havre. Het opnieuw opbouwen van de winkels vergde tenminste drie jaren omdat de stenen hier niet te krijgen waren daarom hebben ze de winkels voorlopig ondergronds gevestigd. Uiteindelijk bleef de toestand echter bestaan tot tenminste de jaren dertig. Er waren allerlei ondernemingen, onder andere een saloon,



en een bordeel was, en dat terwijl het land werkte aan de abolition (het algehele verbod op het gebruik van alcohol) en de jaren ’30 crisis op tilt was. Na de rondleiding hadden nog meer vragen en op de een of andere manier kon de gids het zien dat wij nog niet helemaal tevreden waren en zij nodigde ons na afloop uit om even tijd te kunnen schenken aan onze vragen. En wij hebben ook nog geprofiteerd dat wij een aantal souvenirs hebben gekocht.
We kamperen op een in een RV-camping (voornamelijk caravans en campers), gelegen tussen de highway US 2. Het ontbreekt ons aan niets.

We mogen ook gebruik maken van services van het hotel. Wij hebben zelf een lekkere maaltijd gekookt omdat het niet regende en er geen muggen. Bovendien is er in Havre weer van alles vers te koop.

zaterdag 24 juli 2010

Powwow?

De route van 24 juli: Dodson - Chinook, 90 km

De plaatselijke bank van Dodson bood een gratis ontbijt aan op de fair, nog geen twee kilometer van ons overnachtingsadres. Dat voordeeltje lieten we natuurlijk niet schieten. We aten er heerlijke pannenkoeken, het favoriete ontbijt van de meeste Amerikanen.
Vol goede moed gingen we daarna op stap. We waren namelijk van plan om naar een powwow in Harlem te gaan, een plaatsje zo’n 50 kilometer verder. Eerder had een indiaanse ons verteld dat daar vanaf 12 uur ’s middags een powwow zou worden gehouden, een feest, waarbij indianen van verschillende stammen hun muziek ten gehore brengen en dansen uitvoeren. Aangekomen in Harlem bleken de straten echter stoffig en leeg; blijkbaar had de indiaanse maar wat verzonnen.
Nu ja, we genoten natuurlijk wel van een heerlijke fietstocht door een aantrekkelijk landschap.
We begrijpen nog steeds niet dat veel mensen Montana saai en eentonig vinden. Aan het einde van de dag kwamen we terecht in het dorpje Chinook, waar we opnieuw het plaatselijke museum bezochten, met veel aanvullende informatie over de Isiniboine-indianen. We sloegen de tent op in het plaatselijke city-park, een prachtig plekje net buiten het dorp. We waren van plan om zelf onze maaltijd te koken. Bij nader inzien bleek het daar echter zo vergeven te zijn van de muggen, dat het onmogelijk was om lange tijd buiten te blijven. We besloten dan ook uit eten te gaan in een restaurant in Chinook.

vrijdag 23 juli 2010

T-Storm

De route van 23 juli: Hindsdale - Dodson, 96 km

Vanochtend hebben we eerst genoten van heerlijk ontbijt, dat special voor was klaar gemaakt in de saloon waar we gisteravond gegeten hadden.
De eigenaar had ons dit aanbod gedaan omdat het op ons kampeerplekje zou stikken van de muggen; wat inderdaad het geval bleek te zijn. Toen we op de fiets zaten werd al snel duidelijk dat het vandaag weer fietsdag zou worden met prevailing wind, tegenwind dus. Desondanks hebben lekker door het centrale deel van Montana gefietst. Waarbij het ons opviel dat dit deel van Montana veel meer uit een gevarieerd glooiend landschap bestaat, dan uit een monotone uitgestrekte vlakte.

Dit laatste was ons namelijk door velen verteld. Daarnaast is er vaak sprake van prachtige luchten.

Helaas gaat dat ook wel eens gepaard met flinke onweerbuien. Dit hebben we deze middag aan den lijve ondervonden.
De bui was zo hevig dat we ter bescherming tegen de bliksem een veilig heenkomen moesten zoeken.
Verder kwamen we vandaag langs de plaats waar in 1901 de grootste treinroof van Montana heeft plaatsgevonden door de bende van Bud Cassidy & Sundance Kid.
Helaas heeft deze roof de overvallers minder opgeleverd dan verwacht omdat de bankbiljetten nog niet voorzien waren van een geldig nummer. Uiteindelijk zijn we in het plaatsje Dodson beland, waar ons een onderkomen werd aangeboden in de kelder van een Bed & Breakfast.

Dit omdat er geen kamers meer beschikbaar waren, maar de eigenaresse wilde drie doorweekte Nederlanders geen nee verkopen en kwam toen met dit alternatief. ’s Avonds hebben we nog de jaarlijkse Fair bezocht van het county Phillips waar Dodson in ligt. Een county fair is een soort jaarmarkt waar vee en landbouwwerktuigen tentoon worden gesteld. Daarnaast is er een rodeo, kermis en zijn er diverse mogelijkheden om te eten en drinken. We hebben er een hamburger hebben gegeten en nog een nummertje van de countryband Little Texas hebben meegepikt.

donderdag 22 juli 2010

First to Fly

De route van 22 juli: Wolf Point - Hindsdale, 131 km

Vandaag hebben we een heerlijke tocht gemaakt, met wind mee schoten we goed op. Het ritme werd ook vandaag weer verstoord een lekke band. Hans was nu de klos, zijn eerste. Onderweg bezochten we in Glasgow, MT (!) het plaatselijke museum. Dat was vooral leuk omdat we daar wat achtergronden leerden van het reservaat waar we gisteren over schreven. Het verhaal in het museum was opgebouwd ronde laatste chief, met de prachtige naam ‘First to fly’ en als achternaam ‘He wets his arrow’. First to fly werd vele malen afgebeeld in de traditionele Indiaanse kledij – ook zijn teepee stond er,

maar het was duidelijk dat hij al sterk westers geworden was: hij trad ook op als cowboy … Ronduit wrang was de collectie foto’s, ook daarop zagen we allerlei indianen in klederdracht, maar op de achtergrond bevond zich de autosloperij die ze blijkbaar beheerden.


’s Avonds kwamen we terecht op een prachtige kampeerplek, het citypark van het dorpje Hinsdale.

Helaas was het daar vergeven van de muggen en daarom zijn we gaan eten in het plaatselijke restaurant.

woensdag 21 juli 2010

Fort Peck Indian reservation

De route van 21 juli: Culbertson - Wolf Point, 95 km

De lezers van onze website hebben kunnen zien dat we een rubriek gadgets hebben, dingen waarover we heel tevreden zijn: de kaart, de brander, onze sokken en zo. Vandaag de keerzijde. In Nederland hadden we de modernste bandplaktechnologie aangeschaft. De binnenbandplakkers plakken echter niet en de buitenbandplakkers hebben een zo sterke lijmlaag dat ze de binnenband oplossen … Het resultaat was dat Han vandaag drie keer achter elkaar een lekke band had.







Dat leverde natuurlijk de nodige vertraging op, maar desondanks schoten we vandaag goed op, een kleine honderd kilometer. Onze tocht voerde langs prachtige rotsformaties, uitgeslepen door de Missouri-rivier, vergelijkbaar met de formaties die we enkele dagen geleden in Het Rooseveltpark zagen.



Het grootste deel van de dag reden we door het Fort Peck Indian reservation, een van de grotere indianenreservaten. Ondertussen hebben we al verschillende reservaten doorgereden, en ze laten bij ons bijna steeds een heel trieste indruk achter. Infrastructuur en huizen zijn onverzorgd, en veel van de bewoners rijden in aftandse auto’s.


Bijna alles in de dorpen lijkt te draaien om dingen die samenhangen met verslaving: drugs, alcohol en gokken.

Vandaag kwamen door het dorpje Poplar. We hadden al gehoord dat dat een sinister oord was, en inderdaad: verschillende uitgebrande en dichtgetimmerde huizen. Zelfs de supermarkt was afgeschermd met tralies, vermoedelijk om beroving te voorkomen.

We waren blij dat we daar niet hoefden te overnachten. Het dorpje waar we uiteindelijk terecht kwamen, Wolf Point, ziet er gelukkig wat beter uit. Desondanks zag de camping waar we verbleven er zeer rommelg en morsig uit. Maar toch, het meest verbazingwekkend is nog wel dat de bevolking van de reservaten in haar lot lijkt te berusten.